Zwemt de gemeente Weert in het geld?
geplaatst 23-5-2016
Dat had gekund, maar men dommelt liever aan een strandje…
De Provincie Limburg heeft bepaald dat CZW alleen mag ontgronden als daar een zo hoog mogelijke maatschappelijke tegenprestatie tegenover staat. Klinkt redelijk, en dat is het ook. Tenslotte verdient CZW geld met afgraven van gemeentelijke grond. Gebleken is dat de tegenprestatie voor de ontgrondingsvergunning uit 2001 ongeveer 8 miljoen euro bedraagt.
|
Nu wordt voor de Wijzigingsvergunning volgens de Centrale Zandwinning Weert een economische maatschappelijke bijdrage geleverd van 3 miljoen euro in de vorm van o.a. het zandstrand, duikplas en het outdoor terrein.
Gemakshalve vergeet de ontgronder om de werkzaamheden en de tegenprestatie volgens de vergunning uit 2001 daar vanaf te trekken. Al die zaken gaan immers nu niet door.
Verrekenen we dit, dan staan de Weerter burgers 6,3 miljoen euro in de min.
Gaan we uit van de tegenprestatie in de vergunning uit 2001 als te besteden bedrag per gedolven m³ beton- en metselzand dan zou de tegenprestatie nu zelfs 20.3 miljoen positief moeten zijn.
Daarbij is nog niet gerekend met de inmiddels gelegaliseerde extra delvingen bovenop de vergunning uit 2001. Daarvoor wordt geen maatschappelijke tegenprestatie geleverd.
Door de gezamenlijke natuurverenigingen is een alternatief plan gemaakt waarin als maatschappelijke tegenprestatie een ecoduct over het kanaal is opgenomen, en dan nog blijft er veel geld over voor de natuur en de Weerter burgers.
Door de gemeente wordt de nadruk gelegd op de recreatie, echter de exploitatie daarvan zit bij de ontgronder. De ontgronder heeft ook het eerste recht om vakantiewoningen te ontwikkelen. Dus met de maatschappelijke tegenprestatie worden ook zijn toekomstige investeringen betaald.
Aan de gemeente is steeds gevraagd om de tegenprestatie door te (laten) rekenen, eventueel door een gespecialiseerd bureau zoals ook gebeurd is bij de eerste vergunning. Hoewel het dus om miljoenen gaat, vond de gemeente dat niet nodig.
De Provincie Limburg heeft bepaald dat CZW alleen mag ontgronden als daar een zo hoog mogelijke maatschappelijke tegenprestatie tegenover staat. Klinkt redelijk, en dat is het ook. Tenslotte verdient CZW geld met afgraven van gemeentelijke grond. Gebleken is dat de tegenprestatie voor de ontgrondingsvergunning uit 2001 ongeveer 8 miljoen euro bedraagt.
|
Nu wordt voor de Wijzigingsvergunning volgens de Centrale Zandwinning Weert een economische maatschappelijke bijdrage geleverd van 3 miljoen euro in de vorm van o.a. het zandstrand, duikplas en het outdoor terrein.
Gemakshalve vergeet de ontgronder om de werkzaamheden en de tegenprestatie volgens de vergunning uit 2001 daar vanaf te trekken. Al die zaken gaan immers nu niet door.
Verrekenen we dit, dan staan de Weerter burgers 6,3 miljoen euro in de min.
Gaan we uit van de tegenprestatie in de vergunning uit 2001 als te besteden bedrag per gedolven m³ beton- en metselzand dan zou de tegenprestatie nu zelfs 20.3 miljoen positief moeten zijn.
Daarbij is nog niet gerekend met de inmiddels gelegaliseerde extra delvingen bovenop de vergunning uit 2001. Daarvoor wordt geen maatschappelijke tegenprestatie geleverd.
Door de gezamenlijke natuurverenigingen is een alternatief plan gemaakt waarin als maatschappelijke tegenprestatie een ecoduct over het kanaal is opgenomen, en dan nog blijft er veel geld over voor de natuur en de Weerter burgers.
Door de gemeente wordt de nadruk gelegd op de recreatie, echter de exploitatie daarvan zit bij de ontgronder. De ontgronder heeft ook het eerste recht om vakantiewoningen te ontwikkelen. Dus met de maatschappelijke tegenprestatie worden ook zijn toekomstige investeringen betaald.
Aan de gemeente is steeds gevraagd om de tegenprestatie door te (laten) rekenen, eventueel door een gespecialiseerd bureau zoals ook gebeurd is bij de eerste vergunning. Hoewel het dus om miljoenen gaat, vond de gemeente dat niet nodig.