Vogel van de week: Veldleeuwerik
geplaatst 12-5-2017
Je ziet ze vaak omhoog vliegen, waar ze dan gaan zingen en waarna ze weer afdalen en op de grond gaan zitten.
Tekst en foto: Pascal Hendriks
Waaom vliegen leeuweriken zo hoog?
|
Als zielen na het aardse bestaan opstijgen naar het hiernamaals, kloppen ze zonder uitzondering hoopvol aan bij de grote gouden deur van de hemelpoort. Lang niet iedereen mag naar binnen, alleen de mensen die een rechtvaardig leven hebben geleid worden deelgenoot van het hemelse paradijs. De hemelpoortbewaker bepaalt wie wel of geen toegang krijgt. Voor die gouden deur is het een drukte van belang, alle proberen op eerlijke dan wel slinkse wijze binnen te komen. De bewaker moet sterk in zijn schoenen staan om de drukte aan te kunnen. Tot het begin van onze jaartelling was de leeuwerik de bewaker. Hij is een energieke en rusteloze vogel die uitbundig zingend zijn werk deed. Nogal wat slechte zielen probeerden op sluwe wijze binnen te glippen en de leeuwerik moest dit voorkomen. Door de stress om hen de toegang te ontnemen, begon de vogel steeds meer te vloeken.
Toen Jezus in het jaar 33 naar de hemel opsteeg en de eindeloze stroom hoopvolle en angstige zielen passeerde, hoorde Hij bij de poort de leeuwerik vloeken. Dat was voor Hem onaanvaardbaar en Hij deed zijn beklag bij Zijn Vader, die de leeuwerik direct uit zijn functie onthief en hem terugstuurde naar de aarde.
De leeuwerik was boos en ontdaan over zijn ontslag en terugkeer naar het zware aardse bestaan. Daarom probeert hij nog steeds terug te keren naar de hemel, maar zijn opvolger Petrus is streng en stuurt hem steeds terug. Daarom ziet u tot de dag van vandaag de leeuwerik hoopvol jubelend in een vrijwel rechte lijn naar de hemel vliegen. Maar als hij boven is, duwt Petrus hem onverbiddelijk naar beneden en dwarrelt hij al vloekend naar de aarde terug.
Tekst en foto: Pascal Hendriks
Waaom vliegen leeuweriken zo hoog?
|
Als zielen na het aardse bestaan opstijgen naar het hiernamaals, kloppen ze zonder uitzondering hoopvol aan bij de grote gouden deur van de hemelpoort. Lang niet iedereen mag naar binnen, alleen de mensen die een rechtvaardig leven hebben geleid worden deelgenoot van het hemelse paradijs. De hemelpoortbewaker bepaalt wie wel of geen toegang krijgt. Voor die gouden deur is het een drukte van belang, alle proberen op eerlijke dan wel slinkse wijze binnen te komen. De bewaker moet sterk in zijn schoenen staan om de drukte aan te kunnen. Tot het begin van onze jaartelling was de leeuwerik de bewaker. Hij is een energieke en rusteloze vogel die uitbundig zingend zijn werk deed. Nogal wat slechte zielen probeerden op sluwe wijze binnen te glippen en de leeuwerik moest dit voorkomen. Door de stress om hen de toegang te ontnemen, begon de vogel steeds meer te vloeken.
Toen Jezus in het jaar 33 naar de hemel opsteeg en de eindeloze stroom hoopvolle en angstige zielen passeerde, hoorde Hij bij de poort de leeuwerik vloeken. Dat was voor Hem onaanvaardbaar en Hij deed zijn beklag bij Zijn Vader, die de leeuwerik direct uit zijn functie onthief en hem terugstuurde naar de aarde.
De leeuwerik was boos en ontdaan over zijn ontslag en terugkeer naar het zware aardse bestaan. Daarom probeert hij nog steeds terug te keren naar de hemel, maar zijn opvolger Petrus is streng en stuurt hem steeds terug. Daarom ziet u tot de dag van vandaag de leeuwerik hoopvol jubelend in een vrijwel rechte lijn naar de hemel vliegen. Maar als hij boven is, duwt Petrus hem onverbiddelijk naar beneden en dwarrelt hij al vloekend naar de aarde terug.