Bomen wijken voor wieken?
geplaatst 1-7-2018
In de gemeente Weert staan liefst 10 historische windmolens, waarvan er zes in particulier bezit zijn. Hoewel er slechts één van die molens nog geregeld daadwerkelijk maalt, is het van belang dat al deze molens behouden blijven. Dat is waardevol cultureel erfgoed waar de Molenstichting zich voor inzet.
Waar SGW een probleem mee heeft is de (boomvrije) molenbiotoop. In ons overvolle land is het niet verantwoord vol te houden dat voor iedere molen in ons land de molenbiotoop boomvrij wordt gehouden. In een groot deel van Nederland is dat ook niet het geval. Dat speelt alleen bij molens die nog regelmatig productie draaien, bijvoorbeeld graan malen. En dan niet enkel voor demonstratie, maar echt voor de handel.
Daar kan SGW zich volledig in vinden. Als molens commercieel ingezet worden verdienen ze optimale windvang en dient de molenbiotoop boomvrij te zijn. In alle andere gevallen geven we voorrang aan bomen.
Historische molens worden met veel gemeenschapsgeld (subsidie) in stand gehouden. Om mooi in het Hollandse landschap te mogen staan kosten ze geld. Dat is het ons waard. Maar de opbrengst die van windvang afhankelijk is, is doorgaans nul.
Daar staat tegenover dat de bomen via hun ecosysteemdiensten aanzienlijke maatschappelijk opbrengsten opleveren. Dat kan voor een volwassen boom in de duizenden Euro's per jaar lopen. Vooral als vermeden kosten maar ook als omzet van bijvoorbeeld bedrijven in de recreatie sector. Denk bij vermeden kosten bijvoorbeeld aan vermindering van hittestress en dus minder mensen die ziek worden of sterven door hoge temperaturen, aan opvang van neerslagpieken (tot wel 35.000 liter per boom per jaar), aan filtering van luchtverontreiniging, vastleggen van CO2 en productie van zuurstof.
Daarnaast zijn bomen in het landschap ook nog eens mooi, net als historische molens.
Waar SGW een probleem mee heeft is de (boomvrije) molenbiotoop. In ons overvolle land is het niet verantwoord vol te houden dat voor iedere molen in ons land de molenbiotoop boomvrij wordt gehouden. In een groot deel van Nederland is dat ook niet het geval. Dat speelt alleen bij molens die nog regelmatig productie draaien, bijvoorbeeld graan malen. En dan niet enkel voor demonstratie, maar echt voor de handel.
Daar kan SGW zich volledig in vinden. Als molens commercieel ingezet worden verdienen ze optimale windvang en dient de molenbiotoop boomvrij te zijn. In alle andere gevallen geven we voorrang aan bomen.
Historische molens worden met veel gemeenschapsgeld (subsidie) in stand gehouden. Om mooi in het Hollandse landschap te mogen staan kosten ze geld. Dat is het ons waard. Maar de opbrengst die van windvang afhankelijk is, is doorgaans nul.
Daar staat tegenover dat de bomen via hun ecosysteemdiensten aanzienlijke maatschappelijk opbrengsten opleveren. Dat kan voor een volwassen boom in de duizenden Euro's per jaar lopen. Vooral als vermeden kosten maar ook als omzet van bijvoorbeeld bedrijven in de recreatie sector. Denk bij vermeden kosten bijvoorbeeld aan vermindering van hittestress en dus minder mensen die ziek worden of sterven door hoge temperaturen, aan opvang van neerslagpieken (tot wel 35.000 liter per boom per jaar), aan filtering van luchtverontreiniging, vastleggen van CO2 en productie van zuurstof.
Daarnaast zijn bomen in het landschap ook nog eens mooi, net als historische molens.